The Ones That Got Away
In een jaar dat we het twintigjarig jubileum van de Dutch Design Awards (DDA) vieren, maak ik van deze gelegenheid gebruik om terug te blikken op de categorie Young Designer. Deze categorie werd in 2008 toegevoegd aan DDA, een prijs specifiek bedoeld voor aanstormend talent. Nieuwbakken ontwerpers die niet langer dan vijf jaar voor inzending zijn afgestudeerd, komen voor de prijs in aanmerking en in deze categorie komen alle disciplines samen. Juist die diversiteit aan kandidaten maakt de uitkomst ieder jaar behoorlijk spannend; van tevoren bedenken wie er bij de laatste drie zal zitten heb ik in ieder geval afgeleerd.
Als je zo eens terugkijkt in het DDA archief blijkt dat veel winnaars, maar ook zeker een fiks aantal van de genomineerden, in de jaren sinds hun nominatie zijn uitgegroeid tot vooraanstaande spelers binnen de designwereld. Het bevat zoveel klinkende namen dat het duidelijk mag zijn dat de jury’s jaar na jaar spoilt for choice waren. Stiekem ben ik blij dat ik niet alle jaren mee heb besloten over wie er uiteindelijk met de prijs vandoor ging, omdat het me simpelweg te moeilijk lijkt. Voorbeeld? Neem nou 2011, met de kennis van nu een bijzonder lastig jaar. Want kiezen tussen Bart Hess, Studio BXSCY en studio Formafantasma? Ga er maar aan staan.
Zo’n Young Designer prijs ontvang je natuurlijk niet alleen voor wat je al hebt laten zien, maar ook voor de belofte die je werk uitstraalt. De verwachting dat de ontwerper in kwestie zich verder zal ontwikkelen telt zwaar en tegelijkertijd is het jureren natuurlijk een kwestie van timing. Vergelijk het met een ‘re-entry corridor’; het traject dat ruimteschepen moeten volgen om veilig de atmosfeer binnen te komen. Het moet voor jonge designers knap lastig zijn om op het juiste moment voor een panel experts te komen. Ben je te vroeg, dan geeft het portfolio nog te weinig aanknopingspunten waar de jury een oordeel over kan vellen. Gaat er echter te veel tijd overheen, dan kan het zijn dat een kandidaat inmiddels zo’n vlucht heeft genomen dat het predicaat ‘Young Designer’ niet meer past. Het is zelfs voorgekomen dat eenzelfde designer beide overkomt, en daardoor twee keer de boot mist.
Wat daarnaast meespeelt, is hoe de besproken designers inspelen op courante maatschappelijke vraagstukken. De jury weegt daarin ook ieder jaar welke thema’s het meest urgent zijn. De discussies daarover, mag ik hier denk ik wel verklappen, zijn het lastigste aspect van het jureren. Als de kwaliteit gelijkwaardig is, dan gaat het vervolgens toch echt over de thematiek en ook hier is timing alles. Tijden veranderen en met name jonge designers weten het vakgebied te stimuleren door de onderwerpen die ze met hun werk agenderen en het ene jaar weegt een bepaald thema zwaarder dan een volgend jaar. De uitslag is in die zin een momentopname en daar is niet ieders werk bij gebaat; de importantie van bepaalde designers blijkt namelijk vooral op de lange termijn. Dit verklaart wellicht deels de namen die zich niet onder de genomineerden bevinden. Er zijn namelijk ongelofelijk veel talenten die we over de jaren hebben besproken maar die niet eindigden als finalisten en die zich inmiddels hebben ontpopt tot waren design vedettes. Ik zie ze als slow burn kandidaten, wiens bijdrage aan het vakgebied tijd nodig heeft om evident te worden.
Voor al die mensen is het goed om te beseffen dat het kiezen van de uiteindelijke finalisten maar één onderdeel is in een lange reeks aan activiteiten die de juryleden ondernemen; dat takenpakket begint en eindigt niet bij die ene dag. Voorafgaand aan deze bijeenkomst zijn de leden het hele jaar drukdoende met het opsporen van kandidaten. Die nieuwe aanwas wordt gespot op een veelvoud aan gelegenheden en daarnaast dienen alle aanmeldingen die binnenkomen beoordeeld te worden. Uiteindelijk ziet elk jurylid de volledige longlist (die zijn naam doorgaans echt eer aan doet) en deze geeft een uitstekend overzicht van het jonge ontwerptalent in ons land. Door deelname aan de wedstrijd ontstaat er vervolgens een kruisbestuiving, juist binnen deze categorie, omdat de jury is samengesteld uit experts van verschillende disciplines. De opgedane kennis nemen we vervolgens allemaal weer mee in ons dagelijks bestaan. Ik zie mijn jury duty dan ook als rol die ik 365 dagen per jaar op me neem, en fungeer graag als connector voor jong talent. Zo zijn legio designers via DDA terechtgekomen op de pagina’s van ELLE Decoration. En toffe modeontwerpers? Die heb ik lustig getipt bij de collega’s van ELLE. Zoekt een merk een leuke nieuwe ster om eens mee samen te werken, dan noem ik graag wat namen. Dat ik in die aanpak niet alleen ben, blijkt voor mij bijvoorbeeld uit het feit dat meerdere (recente) DDW-ambassadeurs nooit finalist zijn geweest van een Young Designer Award. Zelfs de organisatie ziet het belang in van deze talenten. Ze zijn cruciaal in het designnetwerk, voor nu en morgen.