In de commissie Communicatie van Dutch Design Awards zie je een enorm scala aan beelden aan je voorbijgaan van waaruit de discussie wordt gevoerd over wat nou een goed of minder goed ontwerp is. Het is geen eenvoudige discussie, want naast de beeldkwaliteit gaat de discussie over de betekenis, het effect, de bedoeling en de context of de omstandigheden waarbinnen een beeld is gemaakt of ontstaan.
Beeldcultuur is een term die met name betekenis kreeg toen we massaal op onze smartphone begonnen te swipen en klikken en het moment aanbrak dat wij in één dag meer beelden zagen dan een middeleeuwer in zijn hele leven. We leven in een beeldcultuur gestuurd door mediatechnologie. De objecten om ons heen worden media en de media worden beeld. Eerst stonden alleen de kantoren vol met beeldschermen, maar inmiddels worden we overal omgeven door beeldschermen. We zien communicerende gebouwen en mensen die voortdurend op hun smartphone kijken. Er wordt meer kleding bedrukt dan papier en pratende producten worden steeds slimmer. Het bombardement van visuele communicatie is nog maar net begonnen. Beeld is opgegaan in de massamedia en is nu een communicatiemiddel voor iedereen, dankzij de goedkope en toegankelijke tools, denk aan de super geavanceerde camera’s in je smartphone. Beeld wordt als tekst. We leren te schrijven met beelden. De beeldexplosie had en heeft nog steeds enorme consequenties voor meer dan ons lief is.
De mens kan slecht maat houden en voert in de consumptiemaatschappij voortdurend het gevecht met de beheersing. Naast klimaat is binnenkort wellicht het beeld aan de beurt voor een analyse over duurzame ontwikkeling. Zou er zoiets bestaan als scharrelbeeld? Beeld dat de tijd heeft gekregen om zich te ontwikkelen? Of om een context te creëren? De inflatie van het professionele beeld heeft zijn intrede gedaan, want door de overvloed zien we door de bomen het bos niet meer. Inmiddels zijn veel beeldbepalende beroepen zoals grafisch ontwerp, interieur en mode geautomatiseerd of gemarginaliseerd. De teleurgestelde en goed opgeleide ontwerper wacht nu op de visuele revolutie waarbij vorm en beeld weer leidend wordt. Ondertussen gaan onze politici er met de beelden vandoor, want die maken juist gebruik van beeld nu het van iedereen is. Tot in de kleinste details worden hun optredens geregisseerd en hun voorkomen van stijl voorzien om stemmen te winnen. En voor de ambitieuze ontwerper van vandaag is er even geen tijd meer voor beeld want die heeft het te druk met urgentere kwesties. De klimaatcrisis zorgt voor een sober maar relevant cultureel tijdperk.
Als het aan de ontwerper ligt laten we de planeet zeker niet in de steek. Massaal stort de ontwerpwereld zich op klimaatcrisis. Er wordt vergaderd en gebrainstormd hoe de planeet gered kan worden volgens het model van design thinking. Overal doemen er ontwikkel- en makerlabs op en wordt er driftig geëxperimenteerd met nieuwe inzichten, materialen en innovatieve ecosystemen om transities op te starten die onze vervuilde, overvloedige en ongezonde leefomgeving kunnen verbeteren of zelfs opnieuw kunnen inrichten. Energie, landbouw, vervoer, ons consumptiepatroon, woningbouw, productiemethoden, voedsel, kleding, afval, zo’n beetje alle gebruiksartikelen en meer moeten door de duurzaamheidsmolen. De huidige samenleving vraagt om een totaal nieuw ontwerp, en dat is een verantwoordelijke taak. Dat verandert mogelijk het leven, het werken en uiteindelijk ook het denken van de mens. Verandering wordt vaak in de ontwerpwereld voorgevoeld, geschetst en als speculatief ontwerp gepresenteerd. Voor ontwerpers is dat een euforische ervaring. Stel je voor dat jouw idee de wereld gaat veranderen. Dat is dromen, dat is vrijheid, dat is macht, dat is visie, dat is passie, dat is de ultieme autonome ontwerperservaring.
De presentatie van onze duurzame boodschap is vooralsnog sober. Beeld is uit in de ontwerpwereld. Wat we zien zijn de experimenten van levende organismen zoals algen, schimmels, planten en bacteriën en deze kleuren hoofdzakelijk grijs, groen en bruin. Alsof de klimaatcrisis niet al erg genoeg is komt de ontwerper momenteel niet verder dan vormeloze grauwheid. De politici daarentegen floreren met hun beelden in de media. Zij vieren de beeldcultuur en zijn lekker bezig met elkaar. Ze schuiven de klimaatcrisis gewoon door naar volgend jaar en laten het beleid verder over aan de ontwerpers.
Mieke Gerritzen, juryvoorzitter categorie Communicatie