Dutch Design Week 2021 zit er weer op en kende een relevant thema: ‘The greater number’. Dit bood een verfrissende kijk op het ontwerpvak waarbij minder juist meer kan worden. Mits we slimme keuzes durven maken. Het gaat, kortom, niet meer om blind nog (veel) meer produceren, maar om de vraag: ‘Wat is nu het echte probleem?’. Om vervolgens op een ontwerpende wijze als antwoord (eco)systemen, productieketens en waarde- en verdienmodellen te (her)definiëren.
Ondanks een wat sombere context werd DDW een editie die ik optimistisch verliet als juryvoorzitter van de categorie ‘Best Commissioning’ van Dutch Design Awards. Vooral omdat de kwaliteit van het opdrachtgeverschap én de wijze van samenwerken met de creatieve industrie essentiële succesfactoren zijn bij ‘minder kan meer zijn’. Precies ook een aantal van de criteria die we als vakjury van deze categorie toepassen. Want alleen een andere mentaliteit, attitude en bijbehorende aanpak maken de broodnodige omslag van ‘meer’ naar ‘minder’ mogelijk.
— “Alleen een andere mentaliteit, attitude en bijbehorende aanpak maken de broodnodige omslag van ‘meer’ naar ‘minder’ mogelijk.”
Het is duidelijk dat opdrachtgevers en de creatieve industrie nu nadrukkelijk samen aan zet zijn. Met een aanpak waarbij bijvoorbeeld onzekerheid toegelaten mag (moet) worden. Met vertrouwen in elkaar en de wil om er sámen op langere termijn uit te willen komen, hoe onbekend of taai de materie ook is. Een basisvoorwaarde is ook het actief betrekken van alle disciplines, partijen, belanghebbenden en gebruikers, liefst zo snel en structureel mogelijk. En … het durven toestaan van experimenten en het maken van fouten, juist om daarvan te kunnen leren en te voorkomen dat men alsnog in een later stadium moet repareren.
Op die wijze is het mogelijk om (eco)systemen, productieketens en waarde- en verdienmodellen ter discussie te stellen om ze daarna opnieuw te definiëren. En dat is inderdaad vooralsnog een stuk ingewikkelder dan de restyling van een bestaand product, het neerzetten van een brand-identity of het ontwikkelen van de zoveelste app. Het gaat dan ook over zogenaamde ‘wicked problems’; ontwerpopgaves die te maken hebben met veel verschillende partijen, onzekerheden, vaak conflicterende belangen, een groot aantal afhankelijkheden en veelal starten met een open einde. Bijvoorbeeld: hoe houden we ons zorgstelsel op peil en maken het future proof? Of hoe digitaliseren we de overheid op zo’n manier dat alle burgers er zonder probleem gebruik van kunnen maken?
— “Het is cruciaal dat we als opdrachtgevers en creatieve industrie de genoemde complexiteit écht durven te omarmen.”
Zo’n ‘wicked problem’ vraagt om meer dan de traditionele briefing en – met alle respect – ‘klassiek opdrachtgeverschap’. We hebben het over zeer complexe vraagstukken die een andere aanpak nodig hebben. De belangrijkste voorwaarde is een ontwerpproces waarbij je start met het loslaten van zekerheden. Essentieel daarbij zijn een onderzoekende werkwijze, het niet alleen praten maar vooral ook samen durven doén, en het toetsen van aannames door prototypes te testen en experimenten te doen. Waarbij er oog is voor het bredere perspectief (people, planet, profit), een niet onbelangrijke bijvangst.
De drie nominaties in deze editie van de Dutch Design Awards leveren een overtuigend bewijs hoe dat in de praktijk werkt. Zo hanteren GRRR en Boyan Slat’s Ocean Cleanup een agile aanpak en een lange adem, op basis van een sterk gedragen visie. Samen creëren ze aantoonbaar draagvlak en groei voor Slat’s welbekende en sympathieke missie. Het BioPartner 5-gebouw laat zien waar een paradigma-shift (‘niet slopen, maar hergebruik en upcycling’), en het actief betrekken van stakeholders toe leiden. Het eerste gebouw in Nederland dat voldoet aan de normen van het Parijs-akkoord met een aanpak en businessmodel dat uitnodigt tot navolging. En de winnaar, het Leidse Circulair warenhuis, toont aan hoe durven omdenken, het daarmee veranderen van een probleem in een kans, het betrekken van veel disciplines en het leggen van nieuwe verbanden en ongedachte combinaties, leidt tot een schaalbare, slimme oplossing waar tal van kringloopbedrijven hun voordeel mee kunnen doen.
— “Daarbij is de innovatie van het creatief samenwerkingsproces de eerste stap om vervolgens op grotere schaal échte verandering te faciliteren.”
Kortom: goed opdrachtgeverschap en design (om)denken leidt tot meer waarde. En daarbij is de innovatie van het creatief samenwerkingsproces de eerste stap om vervolgens op grotere schaal échte verandering te faciliteren. Daarbij zijn logischerwijs – naast flexibiliteit en uithoudingsvermogen – ook politieke skills hard nodig. Wie immers na wil denken over systemen en waardemodellen dient daarvoor beslagen ten ijs te komen. Maar … als dat lukt zijn we als ontwerpers in staat blijvend impact te maken: voor onze opdrachtgevers, hun belanghebbenden, de (eind)gebruikers en de samenleving als geheel. Een prachtige uitdaging waar we met de creatieve industrie mee aan de slag mogen. Ik kan niet wachten!
Pieter Aarts, juryvoorzitter categorie Best Commissioning