16.12.2021

Nog geen twee maanden geleden stonden we met z’n allen te dansen op het veld naast het Eindhovense Ketelhuisplein, buiten in de regen én de zon, op witte sokken die langzaam bruin werden, omdat ze het vocht en de zuurstof uit grijze zakken vol mycelium opslurpten.

1

Het aardse ritueel – want zo mag ik deze ‘gentle disco’ vast wel noemen – voltrok zich tweemaal die week. Het was beide keren een hoogtepunt waar iedereen die erbij in de buurt kwam blij van werd, wiegend op de door DJ Huppeldepup aaneengeregen dansmix.

Schoenen uit en meedansen, een XL pompoen knuffelen, miso proeven, algen de groene hand schudden, je tarot queer bezongen krijgen, eeuwigdurende soep eten van afgeschreven ingrediënten – het waren stuk voor stuk laagdrempelige activiteiten die het Hara Hachi Bu dorp van Arne Hendriks op toegankelijke wijze kleur gaven. Het was een vrolijke boel, laagdrempelig en wat chaotisch en in ieder geval niet wat je je direct voorstelt bij design research. Maar dat is het wel. Het praktiseert design research, in the act, zoals dat in het Engels zo mooi heet.

Hara Hachi Bu is geen complexe materie – het staat voor ruimte geven, een stapje terug doen, om niet nog meer te willen/maken/ontwerpen/kopen maar minder of in ieder geval anders, bewuster, duurzamer. Dat lijkt eenvoudig maar vergt in onze wereld stevige mentaliteitsveranderingen, het lef om anders te durven denken én anders te durven doen.

Dat is ook precies wat Arne beoogt, met zijn intuïtieve ontwerpend onderzoek. Zich bewegend op het kruispunt van moderne wetenschap en eeuwenoude kennis verzamelt hij kennis en inzicht. Daarbij laat hij heel bewust ook de intelligentie van de niet-westerse wereld en niet-menselijke bronnen toe. En dit geheel zet hij om in intrigerende verhalen die vaker wel dan niet tegen de heersende stroom ingaan. Verhalen over het belang van krimp, over duiven- en zwammentorens als onuitputtelijke circulaire ecosystemen en over de noodzakelijke proteïne transitie die veel gezondheids- maar ook klimatologische problemen kan helpen oplossen. Hij bouwt visies waarmee hij voorbijgaat aan wat we doorgaans als design beschouwen en laat zien wat design kan zijn. Visies ook die hij dag in dag uit deelt in woord en beeld, in vraag en gebaar, in dansen en proeven met ieder, die in het geval van DDW voet in zijn dorpje zet.

tekst gaat verder onder afbeelding

2

— Met zijn aanpak ondergraaft Arne Hendriks heel slim het gevaar dat bij design research altijd op de loer ligt, zeker voor de niet ingewijde buitenstaander. Te vaak verzanden spannende of originele onderzoeksvragen in complexe theorieën of kleinschalige experimenten, in van de realiteit losgezongen scenario’s en vage speculaties, gevangen in mooie boeken, nota’s of documentaires. Die verdwijnen in diepe lades of de krochten van het internet.

Zo niet bij Arne en evenmin bij de nog altijd aanwassende golf aan design researchers die zich de laatste jaren melden bij Dutch Design Awards. Steeds beter weten zij hun onderzoek los te weken uit geijkte kaders, te vertalen in toegankelijke bewoordingen en om te zetten in aansprekende ervaringen. Neem de drie genomineerden in de categorie Design Research van 2021. Alle drie slagen zij er in hun toch heel verschillende typen onderzoek uit te werken in heel speelse, directe ervaringen die het papier nadrukkelijk ontstijgen. Zo onderzoekt het winnende Good Neighbours van affect lab de surveillance maatschappij waarin we leven aan de hand van alledaagse slimme deurbellen en handige buurtapps door deze in de praktijk van de straat in een groots opgezette performance te ‘testen’. Dragen ze bij aan een gevoel van veiligheid of versterken ze juist achterdocht en vooroordelen? En waar gaan alle data die ze genereren eigenlijk heen en wat gebeurt ermee? Daar mogen we ons allemaal wel meer bewust van worden omdat het ons allemaal raakt.

Muzus pakt het anders aan en giet de gruwelijke complexiteit van het verrekenen van inkomsten en uitkeringen waardoor mensen met een beperking die wel willen werken in de problemen komen in een spelvorm. Dat spel ‘1 uur in de Bijstand’ wordt vervolgens gespeeld met politici, ambtenaren en UWV-ers die er alles van zouden moeten weten. En dan blijkt al snel dat zelfs zij er niet makkelijk uitkomen en aan den lijve ervaren in wat voor moeras van regels we beland zijn – waarbij het systeem de overhand heeft genomen op de menselijkheid.

En ook Floris Schoonderbeek vindt een aansprekende manier om zijn rol als ontwerper in de huidige klimaattransitie avontuurlijk te herijken. Hij bouwde een fieldstation en ging kamperen toen de wereld door corona tot stilstand kwam om off the grid duurzame technieken te testen, geholpen door verrassende samenwerkingen met biologen, fysiologen en voedselexperts.

Juist het actief betrekken van mensen en hen laten ervaren wat onderzocht wordt door ze spelenderwijs of door middel van performance mee te nemen in het verzamelen van inzichten en data maakt ook het delen van de resultaten enorm tastbaar en levendig. Beter dan een goed boek of heldere nota ooit zal kunnen. Bovendien opent het de mogelijkheid om heel direct te praten met en over het onderwerp van onderzoek met alle mogelijke betrokkenen en hen ook te laten bijdragen aan verder resultaat en daadwerkelijke toepassingen of verbeteringen in de praktijk. Zo kan goede design research via theorie en experiment uiteindelijk toch leiden tot oprecht inzicht en overtuigende actie.

Met onze nieuwsbrief ben je altijd op de hoogte!