Naast het jaarlijkse feest van er- en herkenning is de doelstelling van Dutch Design Awards (DDA) genuanceerder; wat gebeurt er binnen het vakgebied (trends), wat is de aansluiting bij het maatschappelijke debat, hoe krijgt je het grotere publiek betrokken bij wat wij zelf zo belangrijk vinden; goede (product)oplossingen voor de samenleving?
Een ambitieuze doelstelling want kun je van een ontwerper wel verwachten dat hij of zij in staat is om ontwerpproces en eindresultaat af te stemmen op bijvoorbeeld de polarisering in de samenleving of de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk?
Je mag ervanuit gaan dat iedere opgeleide ontwerper met een juiste dosis maatschappelijk betrokkenheid zorgt voor de meest optimale oplossing binnen de randvoorwaarden. Om als jury te beoordelen of de ontwerper daar ook in geslaagd is, is een uitdaging want onderwerpen als materiaalgebruik, duurzaamheid, repareerbaarheid en bijvoorbeeld herbruikbaarheid (van materialen of onderdelen) vragen vaak om veel meer dan één jury-sessie. Er is onderzoek en tijd (letterlijk want het duurt een aantal jaar voordat het effect van een product of oplossing is aangetoond) voor nodig om op complexe vraagstukken antwoord te kunnen geven.
Daarom is het o zo fijn dat er naast wereld verbeterende criteria nog steeds over mooi en lelijk gepraat mag worden. Uiterst subjectief maar met het juiste onderbuikgevoel en een goede mix aan juryleden blijft dit een waardevolle en niet te onderschatte voorwaarde voor een erkenning.
— Ontwerpers hebben wellicht de mogelijkheid om de wereld een beetje leefbaarder te maken.
Over mooi en lelijk gesproken, dit jaar was ik weer niet in Milaan tijdens de Salone del Mobile. Waarom niet? Omdat voor mij het fenomeen Salone over de afgelopen vijftien jaar lelijk is geworden. Je moet er zijn maar je wil niet meer. Dit jaar vroeg ik goede collega Peter (bedankt) om een regelmatige update van waar hij tegenaan liep en we hebben ons vermaakt met de niet te stuiten ontwikkeling van opzichtige ‘installaties’ door grote merken die vaak maar een hele dunne verbinding hebben met ontwerpen. Creativiteit wordt verdrongen door marketing met een sausje van design. De stad is overgenomen door het grote geld en de creatieven moeten op zoek naar een nieuwe toekomst!
Terug naar Dutch Design Awards, maar niet zonder een kleine uitstap naar de Zuid Afrikaanse Design Foundation Awards. Daar was ik begin dit jaar, bij de uitreiking in Kaapstad. Wat een positieve energie, wat een verbinding met de ontwerp community. En dan ook nog een award die zo wonderschoon was in z’n uitvoering, een bronzen, peinzende gorilla door beeldhouwer Otto du Plessis. Iedere winnaar nam die met blije overtuiging in ontvangst. Dat is ook de voortdurende ambitie van DDA, een jaarlijks terugkerend evenement op zoek naar de verandering, meebewegen, tegenstromen, verbinden, durven en vernieuwen mét een waanzinnige award voor de winnaars..
Ontwerpers hebben wellicht de mogelijkheid om de wereld een beetje leefbaarder te maken, en alhoewel we altijd kritisch moeten blijven op zelfoverschatting mogen (en moeten) we de kwaliteit van onze gezamenlijke inspanning onderling én met een groter publiek delen.
Joost Alferink, DDA-jurylid en commissievoorzitter in de categorie ‘Product’